De geschiedenis van champagne

Champagne, een bruisende wijn die tijdens haar ontstaan geassocieerd werd met rijkdom, overwinning en puur genot. Maar hoe ontwikkelde deze rijke geschiedenis zich door de tijd heen? Lees meer in deze blog!

Het begin van de wijnbouw

De Romeinen waren de eersten die de troeven van de Champagnestreek ontdekten. Rond de 5e eeuw bedreven zij er de wijnbouw en ook de naam van de regio is afkomstig uit het Latijnse ‘Campania’. Deze wijnen werden aangelengd met water en op primitieve manieren bewaard. De kwaliteit was dus niet op zijn allerbest. Het zou nog eeuwen duren voor dat het begrip van smaak vorm kreeg en de kwaliteit ging verbeteren.

In het begin van de Middeleeuwen liep de wijnteelt achteruit. Het voedsel was schaars en de luxe om wijn te drinken was er niet. Het is dan ook aan de kerk te danken dat de wijnbouw toen niet verloren is gegaan. In de 9e eeuw, hadden vele kerken grote wijngaarden en produceerden voornamelijk monniken wijn voor de eucharistie. Die wijn was toen nog rood en niet-mousserend. Gelukkig kwam de wijnteelt vanaf de 11e eeuw weer tot bloei in Europa.

Van rode wijn naar witte wijn

Door de eeuwen heen werd een voorganger van de champagne die we nu kennen gedronken. Deze bleekrode, troebele wijn die leek op een rosé, was in de 16e eeuw vooral erg geliefd bij Lodewijk XIV. De rivaliteit met rode wijnen uit Bourgondië leidde ertoe dat la Champagne zich toe wilde leggen op de productie van witte wijn uit blauwe druiven. Pas 100 jaar later werd champagne wit en mousserend zoals hij nu bekend is en maakte het de streek wereldberoemd.

De ontdekking van bubbels

Wanneer champagne precies ontdekt is, blijft een punt van discussie. Het proces van de tweede gisting is uitgevonden door de Engelse wetenschapper Christopher Merrit in 1662. Hij ontdekte dat elke wijn bruisend kan worden door suiker toe te voegen. Over het algemeen wordt de ontdekking van de witte, mousserende wijn aan Dom Pérignon (1639-1715) toegeschreven. Hij was in 1688 keldermeester in de abdij van Hautvillers en ontdekte steeds betere manieren om druiven te persen. Hij heeft veel verbeteringen aan het productieproces toegevoegd. Zo ontdekte hij dat als je de druiven zo intact mogelijk hield, er een heldere witte wijn uit blauwe druiven geproduceerd kon worden.

Dom Pérignon: de vader van champagne!

Toen de tweede gisting op fles met toevoeging van suiker bekend was, kreeg niemand het proces onder controle. De flessen bleven exploderen door de enorme druk van de bubbels. Dom Pérignon beoefende zich in het bottelen van de wijn voor de tweede gisting. Hij ontdekte dat het vastmaken van de kurk met ijzerdraad zorgde dat de druk in de flessen bleef. Ook slaagde hij erin de drukkracht in de fles te verlagen waardoor deze niet meer kon ontploffen!

Deze unieke methoden werden steeds van keldermeester op keldermeester doorgegeven. Later ontwikkelde zich een nieuw proces dat de huidige wettelijke benaming “Méthode Champenoise” kreeg. Naast het productieproces heeft Dom Pérignon andere belangrijke invloeden gehad in de ontwikkeling van champagne. Hij ontdekte bijvoorbeeld dat het mengsel van verschillende wijnen ook zorgde voor heerlijke champagne en hij ontdekte de horizontale druivenpers.

De eerste champagnehuizen: Ruinart, Moët & Chandon en Veuve Clicquot

Vanaf de 18e eeuw nam de vraag naar champagne steeds meer toe bij de hogere klasse. Napoleon Bonaparte was vooral een grootverbruiker van champagne. In deze tijd werden de eerste champagnehuizen opgericht, waaronder “Ruinart”, “Moët & Chandon” en “Veuve Clicquot”. De weduwe Clicquot ontdekte dat wanneer flessen ondersteboven werden gehouden, het bezinksel in de hals liep. Restanten van de gist konden zich nu ophopen in de hals en de smaak van de champagne verbeterde. De stellages waarin de flessen omgedraaid bewaard bleven en telkens periodiek gedraaid werden, werden toen deel van het productieproces.

Het mysterie van suiker

Vanaf 1820 begonnen de champagneproducten met het toevoegen van suiker, naast de natuurlijke suikers van de druiven. Aan het eind van de 19e eeuw ontdekte M. François, een oude apotheker uit Châlons-en-Champagne een evaluatiemethode om de hoeveelheid suiker te meten en te bepalen. Uiteindelijk stelde men een standaard vast van 4 gram suiker per liter om de juiste drukverhoging te realiseren. Maar het duurde tot 1860 voordat men eigenlijk wist waarom suiker invloed had op de gasvorming. Toen pas ontdekte Pasteur de aanwezigheid van levende organismen in de gefermenteerde vloeistoffen, die de suiker en alcohol omzetten in gas. Deze wetenschap was tot dan toe een mysterie!

Het bruisende goud werd een exportproduct

Vanaf 1772 begon de export van champagne al op gang te komen maar de zogenaamde “Belle Epoque”, het  gouden tijdperk voor champagne, werd beleefd aan het einde van de 19e eeuw. In die tijd vormde Frankrijk zowaar het centrum van de wereld en vloeide de champagne rijkelijk onder de Franse koningen in Reims. De export van champagne ging toen razendsnel. Champagne werd een echt exportproduct dat ook in andere landen erg populair werd. Het bruisende goud wordt nu nog steeds geassocieerd met overwinningen en grote feestelijkheden.

Champagne: erfgoed met beschermde naam

Champagne is één van de eerste producten die het label Appelation d’Origine kreeg. Toen de drank over de hele wereld bekend werd, besloot men in de 20 eeuw de naam te beschermen. De Champagnestreek werd afgebakend en de methoden vastgelegd. Sindsdien mag enkel wijn uit de Champagnestreek de trotse naam champagne dragen. En sinds vorig jaar behoort de champagnestreek zelfs tot de UNESCO werelderfgoedlijst.