De evolutie van het champagneglas

De één beweert dat champagne is ontstaan aan het eind van de 16e eeuw, de ander beweert dat de eerste mousserende wijn uit de 18e eeuw stamt. Hoe dan ook werd de eerste champagne gedronken uit een coupe – een heel ander champagneglas dan de huidige flûte. Waar komt deze verandering vandaan? We beschrijven de ontwikkeling van het champagneglas door de jaren heen.

De champagnecoupe

Tot midden 20e eeuw werd champagne geserveerd in coupes, de brede, platte glazen waar we tegenwoordig voornamelijk cocktails uit drinken. De coupe bleek ongeschikt voor mousserende wijnen doordat het glas het koolzuur relatief makkelijk doet ontsnappen, evenals de geur van de champagne. Vroeger was de gedachte echter dat een grote hoeveelheid mousse juist onbeschaafd was. Tot in de vroege 20e eeuw werd er vaak zelfs een roerstaafje in het champagneglas gedaan om de afvoer van de bubbels te versnellen.

De champagneflûte

Vandaag de dag drinken we champagne uit de hoge tulpvormige flûte. Bij de flûte draait het niet alleen om functie, maar ook om cultuur en esthetiek. Dit champagneglas is vaker ontworpen en herontworpen dan elke andere vorm van glaswerk! Het is waar dat de langwerpige kelkvorm ideaal is voor het behoud van de bubbels, maar draait het ook niet om andere factoren?

Verandering van karakter

De champagnewereld is meer divers dan ooit tevoren en het karakter van champagne is aan het veranderen. Velen associëren de mousserende wijn nog met speciale gelegenheden, maar we gaan champagne steeds meer zien als een niet-mousserende wijn. Waarom geen glaasje champagne bij het eten in plaats van een glaasje witte wijn? Sinds een paar jaar zijn er sommeliers en marketeers die adviseren om champagne uit witte wijnglazen te drinken. Deze glazen zouden er net zo goed voor zorgen dat de bubbels lang behouden blijven en daarbij een betere aroma-ontwikkeling stimuleren. Wellicht dat we binnenkort een nieuwe stap zien in de evolutie van het champagneglas!