Gaspard Brochet

Gaspard Brochet historie
Gaspard (1992) is één van de telgen uit de befaamde champagne familie Brochet. Zo hebben de Brochet’s al behoorlijk naam gemaakt als ‘Artisinale Vigneron’ oftewel ambachtelijke wijnboer. En dat maakt Gaspard nu opnieuw waar met zijn cuvées. De start van het bedrijf gaat terug tot 1721 in het dorp Écueil. Gaspard werkt nu aan zijn eigen cuvées op het familielandgoed Domaine Les Croix. In het geheel bestaat dit uit 14 percelen in 3 verschillende dorpen Écueil, Villers-aux-Nœuds en Sacy, allen Premier Cru in de (Petite) Montagne de Reims. Gaspard Brochet beschikt over 3,3 hectare met 75% Pinot Noir, 20% Chardonnay en 5% Meunier. Het terroir bestaat vooral uit kalk, zand en klei.

Alhoewel er lange tijd geen opvolger in zicht was is daar met de komst van Gaspard verandering in gekomen. Maar ook hij had aanvankelijk andere ideeën. Zo is hij opgeleid en heeft hij gewerkt als designer. Toen hij in 2007 tijdelijk moest inspringen vanwege een gebroken arm van zijn vader, ontdekte hij pas echt dit vak. In 2014 koos hij definitief voor het leven van wijnmaker. Hij wilde buiten werken, in de natuur zijn en daarmee in de voetsporen van zijn (voor)ouders treden. Tijdens de noodzakelijke studie is hij bij zijn vader aan de slag gegaan. Zijn vader heeft hem volledig zijn eigen stijl en champagne laten ontwikkelen, wat betekende dat hij alles zelf moest leren. Een moedige werkwijze en spannend tegelijk. Zeker toen het in 2017 tijd was voor het maken van zijn eerste cuvée.

Visie en werkwijze
Gaspard heeft ervoor gekozen zoveel mogelijk de productiewijze van zijn overgrootvader te hanteren. Werken zonder kunstgrepen, zonder elektronica en zo eenvoudig mogelijk. Een eerste besluit was geen chemische middelen meer te gebruiken, dus zonder herbiciden, pesticiden of chemische meststoffen te werken. Alle percelen en betreffende druiven worden apart gehouden. Een ander belangrijk punt is dat hij de vinificatie zonder elektrische pomp doet, en uitsluitend met zwaartekracht werkt met de traditionele Coquard pers. Hij gebruikt houten vaten van 228 liter (Fût de Chêne). Er vindt spontane gisting plaats door de gisten die aanwezig zijn in de most (inheemse gisten) en de tweede malolactische gisting wordt niet gezocht, maar wel wordt er gecontroleerd op koude temperaturen voor de frisheid en levendigheid. De wijn blijft vervolgens ongeveer 9 maanden op zijn droesem in vaten tot hij wordt gebotteld.

Ook doet hij aan battonage, niet 1 of 2 keer wat wel gedaan wordt maar wel 10 – 15 keer. Batonnage is een techniek om na de alcoholische gisting het bezinksel van gistcellen in contact te houden met de wijn. Dit geeft wijnen met een romiger mondgevoel. De naam is afgeleid van het Franse ‘bâton’, stok. Tegenwoordig worden inox stangen gebruikt met kettingen aan het uiteinde. Daarnaast bottelt Gaspard de wijn wanneer deze zonder gereguleerde klimatisatie op 15 graden is. Het afsluiten van de fles gebeurd met ‘liége en agraphe’, een kurk afgesloten met een ‘nietje’.

Cuvée namen
De namen voor de cuvées zijn afgeleid van de Griekse mythologie. Dionysus zou de wijnstok hebben gemaakt met een stuk hout, een eksterbot, een leeuwenbot en een ezelbot. Dat Gaspard ook grafisch designer is bewijzen zijn labels wel die hij allemaal zelf heeft gemaakt.

Certificeringen
De hierboven genoemde veeleisende werkprocessen zijn beloond en erkend door de officiële duurzaamheidslabels ‘Haute Valeur Environnementale’ en ‘Viticulture Durable en Champagne’. Van wijngaard tot aan botteling.